Het heilige bruidsieraad der bruiloftsgasten des Lams aan Zijn Verbondstafel - Frederik Adolf Lampe
in een verhandeling van het rechte gebruik van het Heilig Avondmaal benevens enige hiertoe behorende uitgelezen predikaties.
Frederik Adolf Lampe, in leven hoogleraar in de heilige godgeleerdheid te Bremen.
Uit het Hoogduits vertaald door J. Le Long naar de vijfde druk.
Duidelijke letter, niet hertaald.
Hard cover, 345 bladzijden.
Inhoud
Het eerste hoofdstuk
Hoe hoog het een Christen moet opvatten om het Heilig Avondmaal op een rechte Gode behaaglijke wijze te gebruiken.
Het tweede hoofdstuk
Van de personen die het Heilig Avondmaal niet gebruiken, en van die het gebruiken mogen.
Het derde hoofdstuk
Van de voorbereiding tot het gebruik van het Heilig Avondmaal.
Het vierde hoofdstuk
Van de zelfbeproeving, derzelver noodzakelijkheid en gesteldheid, in het algemeen.
Het vijfde hoofdstuk
Van de eerste beproeving der kentekenen, of men in de staat der genade is.
Het zesde hoofdstuk
Van de tweede beproeving: Aangaande de wasdom in de genade.
Het zevende hoofdstuk
Van de derde beproeving: Of men voor tegenwoordig zijn ziel in een rechte Gode behaaglijke gestalte bevindt?
Het achtste hoofdstuk
Van de vernieuwing van het verbond met God.
Gebed
Waarin een gelovige zijn verbond met God vernieuwt.
Het negende hoofdstuk
Van de gedachtenis van de Heere Jezus, en voornamelijk van Zijn dood, en hoedanig deze bij het Heilig Avondmaal vernieuwd moet worden.
Het tiende hoofdstuk
Betrachting over de heerlijkheid Gods in Christus, en over de beminnenswaardigheid van de Heere Jezus in de uitvoering van het ganse werk der genade.
Het elfde hoofdstuk
Betrachting over de genadewonderen van de bittere kruisdood van Christus.
Het twaalfde hoofdstuk
Betrachting van de verborgenheid van het Heilig Avondmaal, hoedanig daarin de gedachtenis van de Heere Jezus en Zijn dood vernieuwd wordt.
Het dertiende hoofdstuk
Van de verheffing van het hart in aandacht tot Jezus, onder het gebruik van het Heilig Avondmaal.
Het veertiende hoofdstuk
Van de dadelijke vereniging der ziel met Christus in het Heilig Avondmaal.
Gebed
Om tot de volle genieting van het Heilig Avondmaal recht bekwaam gemaakt te worden.
Het vijftiende hoofdstuk
Van de bekwaamste orde, waarnaar de ziel onder het gebruik van het Heilig Avondmaal haar gedachten moet besturen.
Zuchting
Van een ziel die tot de Genadetafel des Heeren nadert.
Zuchting
Onder en na de ontvangst van het brood.
Zuchting
Voor en na het ontvangen van de wijn.
Zuchting
Onder het terug gaan van des Heeren Tafel.
Het zestiende hoofdstuk
Van de plichten die onmiddellijk na het gebruik van het Heilig Avondmaal dezelfde dag moeten worden waargenomen.
Gebed
Van een ziel die zich dor en ledig onder het Heilig Avondmaal bevonden heeft.
Dankzegging
Van een ziel die door het Heilig Avondmaal verkwikt en versterkt is geworden.
Het zeventiende hoofdstuk
Van de vruchten waardoor zich de kracht van het Heilig Avondmaal in het ganse leven moet betonen.
Predikaties
Eerste predikatie
Het geestelijk bouwen van de koets van de hemelse Salomo
Tekst: Hooglied 3:9,10
De koning Salomo heeft zich een koets gemaakt van het hout van Libanon, enz.
Tweede predikatie
De hoogste kostelijkheid van de liefdekoets van Christus
Tekst: Hooglied 3:10
De pilaren derzelve maakte hij van zilver, haar vloer van goud, haar gehemelte van purper.
Derde predikatie
De aangenaamste beminnenswaardigheid van de liefdekoets van Christus
Tekst: Hooglied 3:10
Het binnenste was bespreid met de liefde van de dochteren van Jeruzalem.
Vierde predikatie
Verbondsmatige eis van een ziel die de Heere in oprechtheid om de openbaring van Zijn aangezicht, zoekt.
Tekst: Psalm 27:8,9
Mijn hart zegt tot U: Gij zegt: Zoekt Mijn aangezicht; ik zoek Uw aangezicht, o HEERE. Verberg Uw aangezicht niet voor mij.
Vijfde predikatie
De spijziging en verzadiging van alle zielen die op Hem wachten.
Tekst: Psalm: 145:15,16
Aller ogen wachten op U, en Gij geeft hun hun spijze te zijner tijd.
Gij doet Uw hand open en verzadigt al wat er leeft naar Uw welbehagen.
Zesde predikatie
Het bestendige dankbare wandelen in Christus, hetwelk van degenen die Hem door het geloof aangenomen hebben, verwacht wordt.
Tekst: Kolossenzen 2:6,7
Gelijk gij dan Christus Jezus den Heere hebt aangenomen, wandelt alzo in Hem, Geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, gelijkerwijs gij geleerd zijt, overvloedig zijnde in hetzelve met dankzegging.